Ik zou nu eigenlijk ergens in een Oostenrijkse stube Jägermeister aan het drinken zijn. Na een dag vol blauwe, rode en zwarte pistes en een currywurst bij de lunch. Maar helaas… Ik zit op mijn eigen bank en heb vanmiddag gewoon een boterham met kaas gegeten. Dus kan ik eigenlijk weinig anders dan schrijven over corona. Want het gaat momenteel toch nergens anders over. En het beheerst ook mijn gedachten.
Winkels, skigebieden, grenzen: alles dicht
Voor het eerst sinds Joop den Uyl in 1973 heeft een Nederlandse premier de natie toegesproken. De koning volgde even later. Dan moet er wel wat aan de hand zijn. Nou dat is er. Scholen en horecagelegenheden zijn gesloten, eenieder die dat kan werkt thuis en we zien lege schappen in de supermarkt. Nederland wordt, net als de rest van de wereld, geteisterd door het coronavirus. En dus gaat mijn wintersport niet door. Eén dag voor vertrek hoorden we dat alle skigebieden in Oostenrijk tot het einde van het seizoen zouden sluiten. Als we uitwijken naar Frankrijk al als een optie hadden gezien, dan kwamen we snel bedrogen uit. Daar kwamen ze een dag later met dezelfde mededeling. Wij waren allang blij dat we dit wisten vóór we in de auto stapten. Stel je voor, tien uur lang Duitse hitjes luisteren (te beginnen met het onvermijdelijke Ich Bin wie Du om 06.00 uur ’s ochtends), McDonalds onderweg en 160 kilometer per uur rijden. Om er bij aankomst achter te komen dat het allemaal voor niets is geweest. Nu houd ik enorm van Duitse hitjes, Franse frietjes en hard rijden, maar twee keer in twee dagen gaat wat ver.
Nood breekt wet… en genereert creativiteit
Geen wintersport dus, dan maar aan het werk. Hoewel ook dat deze dagen toch net even anders gaat. Moet je je voorstellen dat alle digitale communicatiemiddelen die we tegenwoordig tot onze beschikking hebben niet zouden bestaan. Als er al een moment was voor online vergadersoftware om een definitieve hit te worden dan is dit het. Lekker Skypen, Facetimen, Google Hangouten, we maken er maar wat van met z’n allen. Ik ben allang blij dat ik werk heb dat zich redelijk goed leent voor thuiswerken, dat geldt zeker niet voor alle beroepen. Al weet ik niet hoe ik er mentaal bijzit na twee weken thuisisolatie met alleen mijn computer als gezelschap. Maar daar maken meer mensen zich druk om denk ik. Het is fantastisch om te zien hoe creatief mensen worden in reactie op alle beperkingen die worden opgelegd. Uiteraard de mooie initiatieven om honden uit te laten, kinderen op te vangen en boodschappen te doen. Maar ook een sportdocent in Spanje die in de tuin van een appartementencomplex rustig zijn lesje draait, waarbij iedereen op zijn balkon staat mee te springen. Of mijn collega’s die een digitale workshop voor 15 man faciliteren. Of gezellig met z’n allen uit het raam hangen en het volkslied zingen. Of vanaf je balkon klappen voor alle hulpverleners. Dat balkon is ineens reuze populair. Gelukkig schijnt het zonnetje wat vaker. Ik wacht op de eerste activiteit vanaf mijn eigen balkon.
Vechten om de laatste rol toiletpapier
Een crisis als deze leert je snel veel over mensen. Vrienden blijken ineens enorme doemdenkers en preppers te zijn. Control freaks bagatelliseren de boel doodleuk. En niemand kan zonder wc-papier. Wie had dat ooit gedacht? Toen ik vandaag langs de lege schappen in de supermarkt liep, vroeg ik mij af of het woord hamsteren ook al bestond vóór de campagnes van de Albert Heijn. Blijkbaar wel, want het stamt al uit 1917 toen men, ik vermoed vanwege de Eerste Wereldoorlog, op rantsoen werd gesteld. Na de eerste berichten over mensen die in grote hoeveelheden toiletpapier inkochten, ervoer ik plaatsvervangende schaamte. Wie wil nu behoren tot een volk dat in tijden van nood de meeste prioriteit geeft aan een schone bips? De aandacht voor hygiëne wordt gewaardeerd, maar het zou niet mijn eerste aankoop zijn. Beïnvloed door mijn tijd in Kampala denk ik dan eerder aan water, kaarsen en ingeblikt voedsel. Maar goed, in Nederland grijpen we dan blijkbaar massaal naar het toiletpapier. Ondertussen begrijp ik dat wij daar (gelukkig) niet alleen in staan, ook in Engeland en Australië zijn mensen bereid met elkaar op de vuist te gaan voor een paar witte velletjes. Gekkigheid!
Gevolgen niet te overzien
Ik begin me af te vragen wat de gevolgen van deze hele toestand op korte en lange termijn zullen zijn. Dat mijn wintersport een keer niet doorgaat is vervelend genoeg, maar ik ken ook mensen die over twee weken voor vier maanden naar Australië zouden vliegen en hun huis al hebben verhuurd. Mensen die een huis willen kopen, maar zich nu afvragen of ze niet beter de recessie nog even af kunnen wachten. Begrafenissen die via een livestream worden gevolgd omdat alleen familie bij de dienst aanwezig mag zijn. Ik vind een dagje thuis best ontspannen, maar wat als dit nog weken gaat duren? Wat doe ik nog wel, wat niet meer? Ik vind het lastig te bepalen welke risico’s ik wel en niet kan nemen. Het handen schudden hebben we al even achter ons gelaten, wat overigens erg ongemakkelijk blijft. En ik schud nogal wat handen in mijn beroep, alleen vorige week heb ik er al een stuk of twintig geweigerd… Kan ik nog bij mijn ouders gaan eten of breng ik dan iedereen in gevaar? En vooral: hoe lang gaat dit duren? Want drie weken lijken me wat weinig om een besmettelijk virus gecontroleerd de wereld uit te helpen. En wat betekent dat voor de economie op lange termijn? Het is maar goed dat de winst uit mijn aandelenportefeuille bestemd is voor na mijn pensioen, want voorlopig is mijn zorgvuldig opgebouwde rendement verdwenen als sneeuw voor de zon.
Gefascineerd door extreme situaties
Hoe irritant alle maatregelen ook mogen zijn, ik ben tegelijkertijd enorm gefascineerd door de extreme situatie waarin de wereld zich momenteel bevindt. Ik zou dolgraag onzichtbaar meeluisteren met het crisisoverleg zoals dat nu dagelijks plaatsvindt. Hoe komen Rutte en zijn mensen tot het besluit een toespraak te houden? Die nog geen tien minuten duurt en overduidelijk als doel heeft mensen een hart onder de riem te steken, de achtergrond bij de maatregelen te verduidelijken en uit te leggen wat groepsimmuniteit is. Ik wil zo graag weten wat wordt er gezegd in de discussie over of de winkels moeten sluiten.
- “Nee, dat kan echt niet, dan wordt mijn vrouw helemaal gek.”
- “Nee, vind ik ook niet zo praktisch, ik zit middenin een verbouwing.”
- “Ja, maar het landsbelang dan?”
- “Oh ja…”
Nu komt het erop aan
Voor de politicoloog die ik ben, zijn dit de tijden waar het om gaat. Cruciale momenten waarop ineens duidelijk wordt of je premier het volk bij de hand neemt of toch te licht wordt bevonden. Ik ben geen VVD-stemmer, maar heb enorm veel respect voor hoe het Rutte is gelukt de afgelopen jaren boven de partijen te komen staan. De keuze om PvdA’er Martin van Rijn voor enkele maanden te benoemen tot Minister voor Medische Zorg omdat hij nu eenmaal de beste kandidaat is in deze crisistijd vind ik een mooi voorbeeld. De initiële reactie van Rutte op het coronavirus zal achteraf misschien iets te zwak blijken, maar hij herstelt zich goed. De Europese Unie doet ook haar best. Ik zit al dagen, niet als enige overigens, vol ongeduld te wachten op enige Europese coördinatie in dit vraagstuk, maar dat schiet nog niet echt op. Hoewel de verantwoordelijkheid voor volksgezondheid grotendeels bij de lidstaten zelf ligt, had ik toch wel verwacht dat de EU in staat zou zijn enigszins een gezamenlijke lijn te trekken in de strijd tegen corona. Het begon al met de mondkapjes-eigen-volk-eerst, waarop de keuze van sommige landen om de grenzen te sluiten een nog grotere schok teweeg bracht in het Europa van de vier vrijheden: vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Maar ook de EU lijkt zich, met het sluiten van de buitengrenzen en de ingrepen van de Europese Centrale Bank, te herstellen.
Leven in onzekerheid
In mijn werk maak ik veel gebruik van scenariodenken. Hierbij doordenk je onzekerheden die de toekomst van je organisatie, of in dit geval land, kunnen beïnvloeden. Rondom deze kernonzekerheden creëren wij voorstellingen van de toekomst. Mogelijke scenario’s die zich kunnen ontvouwen. Verhalen over wat zou kunnen gebeuren. Een supermooie methode om wat beter voorbereid te zijn op dat waarvan je niet weet dat het zou kunnen gebeuren. Maar corona heeft hierin als zwarte zwaan geen plek. Unieke, incidentele gebeurtenissen die alleen achteraf te verklaren zijn. En tuurlijk, van tijd tot tijd zal er ergens een epidemie uitbreken. Die met het huidige niveau van globalisering al snel omslaat in een pandemie. Toch is het niet iets waar organisaties in hun scenario’s rekening mee houden, daarvoor komt het te weinig voor. De Wereldgezondheidsorganisatie en dergelijke partijen uitgezonderd uiteraard, zoals Bill Gates pijnlijk duidelijk maakt. En als we het ons niet voorstellen dan is het moeilijk ons erop voor te bereiden. Anders had ik dat toiletpapier al lang in huis gehad…
Een artikel dat zo de geschiedenisboeken in kan!