Afgelopen jaar heb ik van Sinterklaas een Omdenk-scheurkalender gekregen (nu ja gekregen, ik heb deze met hand en tand moeten bevechten tijdens het grote Dames-2-Sinterkerst-dobbelspel). Mijn vader heeft mij enkele jaren geleden geïntroduceerd met het Omdenken-concept, maar ik merk dat de term tegenwoordig regelmatig valt in mijn omgeving. Binnen mijn werkcontext riekt het behoorlijk naar consultancy bullshit (dus het duurt vast niet lang voordat het op de consultancy-bullshit-bingo-woordenlijst staat), maar dat maakt het niet minder waardevol. Ik vind omdenken een prachtig concept. Het is een mooie uitdaging te kijken of je een minder gewenst iets toch kunt ombuigen toch iets moois. Schoonheid zien in iets wat alleen maar lelijks in zich lijkt te hebben. Het lukt lang niet altijd, maar het is goed dat iemand je af en toe op de mogelijkheid wijst.
De scheurkalender biedt mij elke dag een mooie quote om een beetje om te denken. Ze zijn lang niet allemaal even leuk uiteraard, maar ik heb de mooiste bewaard. Het is grappig om te ervaren dat de verschillende quotes raken aan dingen die mij bezighouden. Een ander vertaalt mijn gedachten en is in staat mijn gedachten of gevoelens onder woorden te brengen. Nu zijn er tal van andere plaatsen waar dit gebeurt (boeken, liedjes, andere mensen die iets zeggen), maar ik kan me er keer op keer over verbazen. Met schrijven verwoord ik mijn eigen (ik denk unieke) gedachten, maar als ik die van iemand anders in woorden zie dan lijken we toch allemaal wel heel erg op elkaar. Onlangs heb ik een boek gelezen vol met essays over levenskunst (Over levenskunst, Joep Dohmen, 2015). De essays waren geschreven door allerlei filosofen, van Plato en Nietzsche tot Foucault. Wat me vooral is bijgebleven is dat we als mensen 3000 jaar geleden blijkbaar al met dezelfde dingen bezig waren en tegen dezelfde uitdagingen aanliepen. Geluk, liefde, altijd dat tekort aan tijd, Epicurus en Goethe waren er ook al mee bezig. Dit is op zich geen verrassing, maar soms werkt het hartverwarmend. Als ik het allemaal even niet weet, voel ik mij gesteund door de gedachten dat de grote denkers der aarden er ook niet altijd helemaal uit komen.
Ik heb de leukste quotes van mijn scheurkalender bewaard. Ik deel ze hieronder graag, met alle credits voor de mensen van omdenken uiteraard. Het is grappig hoe één of twee zinnen een stroom aan gedachten oproepen.
Wees verstandig, eet taart. Hoe meer je weegt, hoe moeilijker je te kidnappen bent.
Hier is niets tegen in te brengen. Voor mijn reizen naar Libanon, Oeganda en Jordanië moest ik aan de begeleidende organisatie (verantwoordelijk voor mijn veiligheid) een zogeheten proof of life vraag overleggen. Deze vraag stellen ze aan je ontvoerders om er zeker van te zijn dat je nog leeft. Het bedenken van zo’n vraag is nog heel wat in een digitaal tijdperk waarin je hele leven te reconstrueren is door een paar dagen snuffelen op Google. Een gekke gewaarwording, want ik had eigenlijk geen enkele angst om gekidnapt te worden. Het kan nog gekker. Toen ik in Kampala woonden, heb ik met een aantal Amerikaanse meiden een vulkaan in Congo beklommen. Het was nog even afwachten of dit wel veilig genoeg was (rebellen en dat soort dingen), maar we waren bereid het risico te nemen. Een collega van mij raadde me (wat overbezorgd) aan een DNA-monster achter te laten. Een kennis van haar werkte bij de Amerikaanse geheime dienst en had haar dit geadviseerd toen zij zelf de trip naar Congo wilde maken. Want je DNA was wel eens het enige wat ze van je terug zouden kunnen vinden… Tja, ik zie het vooral als een goede reden om verstandig te zijn en meer taart te eten.
Als we onze grootsheid accepteren, lopen we het risico dat we mensen kwijtraken.
Als we ons aanpassen om mensen niet kwijt te raken, verliezen we onszelf.
Het zal de leeftijd zijn, maar sinds een paar jaar word ik steeds comfortabeler met mijzelf. Een onderdeel van wie ik ben is mijn hoogbegaafdheid. Mijn intelligentie is standaard datgene wat mensen oproepen als ze gevraagd worden mij te omschrijven. Ik ben uiteraard veel meer, maar het is een van vele dingen die mij definiëren. Waar ik hier voorheen liever niet over sprak, breng ik het tegenwoordig wel eens zelf ter sprake. Dit was altijd al redelijk onvermijdelijk als je vertelt dat je op de 16e klaar was met het VWO en naar Spanje verhuisde, maar nu vertel ik (vrijwel) zonder schaamte dat ik wel eens naar een kenniscafé voor hoogbegaafden ga. Je kunt je afvragen waarom ik me hier eigenlijk voor geneer, want rationeel gezien snap ik ook wel dat dit niet nodig is. Maar ik merk dat het mensen kan intimideren. Als ik zonder opsmuk vertel dat ik heel slim ben (vergelijkbaar met dat ik lang ben, donker haar heb of in Utrecht woon) deinzen mensen hier soms voor terug. Het is arrogant, iets wat je niet zo zegt of veel te gek in het Nederland van ‘doe maar normaal dan doe je al gek genoeg’. Hoewel het nog steeds een beetje ongemakkelijk voelt, heb ik geen zin om deze kant van mijzelf nog langer te verbergen of ontkennen (voor zover dat al echt mogelijk was). Het is een fundamenteel onderdeel van wie ik ben en wat ik wil en doe. Als andere mensen daar over willen oordelen dan is dat aan hen, maar niet aan mijzelf.
Toen we op vierjarige leeftijd voor het eerst naar school gingen, stelden we gemiddeld 65 vragen per dag waarvan de meeste begonnen met ‘waarom’. Als we 45 zijn is dat aantal teruggelopen naar gemiddeld 6. In die periode van 40 jaar hebben we ons ontwikkeld van vraagteken naar uitroepteken
(Matthieu Weggeman)
Poeh, ik ga ineens nadenken over het aantal vragen dat ik per dag nog stel. Wel veel, maar die beginnen zeker niet altijd met waarom. Aan de andere kant, ik stel toch ook nog wel heel vaak een waarom-vraag. Waarom moet ik opstaan? Waarom is het leven zo’n gedoe? Waarom voel ik niet vaker dit gevoel van intens geluk? Waarom doen mensen zoals ze doen? Waarom is het zo koud buiten? Ik weet niet meer hoe mijn leven was zonder de mogelijkheid bij het minste geringste het antwoord te googlen. Als jong meisje was ik al ontzettend nieuwsgierig en dat is eigenlijk nooit veranderd. Ik ben ontzettend blij met mijn baan waarbij ik voor elk project weer een heleboel nieuwe informatie op mag zuigen en nieuwe dingen mag leren over een compleet nieuw onderwerp (bankieren, varkens ontwerpen of de gemeente Sluis om een paar voorbeelden te noemen).
Hey jij daar! Relax.
Je bent genoeg.
Je hebt genoeg.
Je doet genoeg.
Hoewel ik hierboven schrijf dat ik steeds blijer ben met mijzelf, zijn er genoeg momenten waarop deze zelfliefde wankelt. Onzekerheid en angst voor afwijzing steken dan de kop op. Ben ik wel genoeg, doe ik wel genoeg? Heb ik wel genoeg is een vraag die ik mezelf misschien te weinig stel. Zo aan het einde van het jaar maak ik vaak een overzicht van mijn uitgaven. Ik geef veel geld uit aan uitjes en ervaringen, waar ik absoluut geen probleem mee heb. Maar ik geef ook toch echt wel veel geld uit aan spullen. En ik vind het heel moeilijk hiermee te stoppen. Vooral kleding vind ik lastig. Ik kan periodes heel veel kopen, waarna ik mijzelf dwing een paar maanden de hand op de knip te houden. Als ik hier toch eens iets beter in zou worden… Ik geef ook veel geld uit aan mijn huis, maar dat vind ik toch minder erg. Zeker het geld dat ik investeer in klussen en meubels maken zie ik deels ook als een ervaring. En van mooie ervaringen kun je nooit genoeg hebben.
Je zult nooit gelukkig worden als je maar blijft zoeken naar waar geluk uit bestaat. Zo zul je ook niet echt leven als je zoekt naar de betekenis van het leven.
(Albert Camus)
Tja… Ik ben het hiermee eens en toch ook niet. Ik heb de afgelopen jaren veel verschillende boeken gelezen over het leven en geluk (zie ook het boek over levenskunst hierboven). Hoewel al deze boeken zo hun eigen insteek hebben valt het op dat de rode draden toch echt wel redelijk dezelfde zijn. Verbinding met jezelf, anderen en de natuur zijn belangrijke sleutels tot succes (of geluk in dit geval). Niet dat ik dit zonder deze boeken niet had geweten, maar ze hebben mij er wel bewuster van gemaakt. Tegelijkertijd moet je het leven vooral ook leven. Ik vind het allemaal vrij zinloos, maar de vraag is of dat erg is. Het leven is een beetje als een normaalverdeling. Het overgrote deel van de dagen is prima (meer goed dan slecht). Dan zijn er een paar hele vervelende en een paar fantastische en dan ben je er wel. Ik probeer dankbaar te zijn voor de mooie dingen die elke dag toch wel ergens zijn (soms makkelijk want groots, soms lastiger want klein tussen een hoop ellende). Een christelijke collega van mij neemt elke dag voor we aan de lunch beginnen een moment om te bidden. Ik gebruik die korte periode van stilte tegenwoordig om stil te staan bij iets waar ik dankbaar voor ben.
Mensen breken niet omdat ze zwak zijn, ze breken omdat ze te lang sterk zijn geweest.
Zo waar, zo mooi verwoord.
Zij die ja zeggen worden beloond door de avonturen die ze hebben. Zij die nee zeggen door de veiligheid die ze bereiken.
Ik realiseer mij dat beide mij wel aanspreken. Ik sprak laatst met iemand over het engste dat ik had meegemaakt. Het was nog best lastig om iets te bedenken. Niet dat ik niets eng vind, maar als ik het te eng vind dan zeg ik vaak nee. En als ik ja zeg, dan vind ik het misschien wel eng maar dat gaat over en dan vergeet ik het weer (als dit nog te volgen is). Vrij vertaald: ik durf misschien niet te bungeejumpen en doe dat dan ook niet. Maar ik verhuis wel in mijn eentje naar Oeganda. Dit vind ik dan wel even spannend, maar ik weet dat het goed komt en het is daarom ook niet meer zo eng. Het is zeker waar dat als je ja zegt je veel avonturen beleefd. Het mooie van deze quote is dat ook nee zeggen tot iets moois leidt. Een veel beter voorbeeld van omdenken is er niet.